Jezus, de nazoreeër, een man u van Godswege aangewezen door krachten, wonderen en tekenen, die God door hem in uw midden verricht heeft, zoals gij zelf weet, deze, naar de bepaalde raad en voorkennis van God uitgeleverd, hebt gij door de handen van wetteloze mensen aan het kruis genageld en gedood. God evenwel heeft hem opgewekt, want Hij verbrak de weeën van de dood, naardien het niet mogelijk was, dat hij door hem werd vastgehouden.
(Handelingen 2:22-24)
Daar hij nu [David] een profeet was en wist, dat God hem onder ede gezworen had een uit de vrucht zijner lendenen op zijn troon te doen zitten, heeft hij in de toekomst gezien en gesproken van de opstanding van de Messias, dat hij niet aan het dodenrijk is overgelaten, noch zijn vlees ontbinding heeft gezien. Deze Jezus heeft God opgewekt, waarvan wij allen getuigen zijn. Nu hij dan door de rechterhand Gods verhoogd is en de belofte des heiligen Geestes van de Vader ontvangen heeft, heeft hij dit uitgestort, wat gij en ziet en hoort. Want David is niet opgevaren naar de hemelen, maar hij zegt zelf: “Jahweh heeft gezegd tot mijn Here: Zet u aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden gemaakt heb tot een voetbank voor uw voeten.” Dus moet ook het ganse huis Israels zeker weten, dat God hem èn tot Here èn tot Messias gemaakt heeft, deze Jezus, die gij gekruisigd hebt.
(Handelingen 2:30-36)
De God van Abraham en Isaak en Jakob, de God onzer vaderen, heeft zijn knecht Jezus verheerlijkt, die gij hebt overgeleverd en verloochend ten overstaan van Pilatus, ofschoon deze oordeelde, dat men hem moest loslaten. [...] En de leidsman ten leven hebt gij gedood, maar God heeft hem opgewekt uit de doden, waarvan wij getuigen zijn.
(Handelingen 3:13-15)
Komt dan tot berouw en bekering, opdat uw zonden uitgedelgd worden, opdat er tijden van verademing mogen komen van het aangezicht van Jahweh, en Hij de Messias, die voor u tevoren bestemd was, Jezus, zende; hem moest de hemel opnemen tot de tijden van de wederoprichting aller dingen, waarvan God gesproken heeft bij monde van zijn heilige profeten, van oudsher.
(Handelingen 3:19-21)
[...] door de naam van Messias Jezus, de nazoreeër, die gij gekruisigd hebt, maar die God heeft opgewekt uit de doden, [...].
(Handelingen 4:10)
De God onzer vaderen heeft Jezus opgewekt, die gij hebt gehangen aan een hout en omgebracht; hem heeft God door zijn rechterhand verhoogd, tot een leidsman en heiland om Israel bekering en vergeving van zonden te schenken.
(Handelingen 5:30-31)
Inderdaad bemerk ik, dat er bij God geen aanneming des persoons is, maar onder elk volk is wie Hem vereert en gerechtigheid werkt, Hem welgevallig, naar het woord, dat Hij heeft doen brengen aan de kinderen Israels om vrede te verkondigen door Messias Jezus. Deze is aller Heer.
(Handelingen 10:34-36)
Hem heeft God ten derde dage opgewekt en heeft gegeven, dat hij verscheen, niet aan het gehele volk, doch aan de getuigen, die door God tevoren gekozen waren, aan ons, die met hem gegeten en gedronken hebben, nadat hij uit de doden was opgestaan; en hij heeft ons geboden het volk te prediken en te betuigen, dat hij het is, die door God is aangesteld tot rechter over levenden en doden.
(Handelingen 10:40-42)
In our own day there exists a sect among the Jews throughout all the synagogues of the East, which is called the sect of the Minei, and is even now condemned by the Pharisees. The adherents to this sect are known commonly as Nazarenes; they believe in Christ the Son of God, born of the Virgin Mary; and they say that He who suffered under Pontius Pilate and rose again, is the same as the one in whom we believe.
(Hiëronymus, Brieven aan Augustinus, 112, IV [17])