שמע  ישראל  יהוה  אלהינו  יהוה  אחד

Onderwerpen


Chronologie van het leven van Jezus

door J.C. Plooy


Datering Gebeurtenis


Mei 5 v.Chr. Visioen van Zacharias [1]
December 5 v.Chr. Visioen van Maria [2]
Maart/april 4 v.Chr. Geboorte van Johannes de Doper [3]
September 4 v.Chr. Geboorte van Jezus [4]
Najaar 4 v.Chr. Wijding van Jezus [5]
Najaar 4 v.Chr. - najaar 29 Jezus woont in Nazareth [6]
April - juni 10 Godsdienstonderwijs van Jezus in Jeruzalem [7]
Najaar 28 Openbaring aan Johannes de Doper [8]
Begin 29 - december 30 Optreden van Johannes de Doper [9]
Najaar 29 - januari 30 Jezus zwerft rond [10]
Januari 30 Doop van Jezus [11]
Februari - maart 30 Retraite van Jezus in de woestijn [12]
Maart 30 Jezus werft zijn eerste volgelingen [13]
April - november 30 Jezus treedt op als medewerker van Johannes [14]
December 30 Gevangenneming van Johannes de Doper [15]
December 30 Jezus wijkt uit naar Galilea [16]
Januari 31 - oktober 32 Optreden van Jezus in Galilea [17]
Maart/april 31 Jezus tijdens het Pesachfeest in Jeruzalem [18]
Februari/maart 32 Dood van Johannes de Doper [19]
Oktober 32 Jezus tijdens het Loofhuttenfeest in Jeruzalem [20]
Oktober 32 - maart 33 Optreden van Jezus in de Dekapolis en Perea [21]
December 32 Jezus tijdens het Chanoekafeest in Jeruzalem [22]
Maart - april 33 Optreden van Jezus in Judea [23]
3 april 33 Kruisiging [24]
5 april 33 Verrijzenis [25]
14 mei 33 Hemelvaart [26]



1. Lucas 1:5-23. Zie voor de datering De datum waarop Jezus geboren is.
2. Lucas 1:26-38. Zie voor de datering De datum waarop Jezus geboren is.
3. Lucas 1:57-79. Zie voor de datering De datum waarop Jezus geboren is.
4. Mattheüs 1:18-25, Lucas 2:1-20. Zie voor de datering De datum waarop Jezus geboren is.
5. Lucas 2:22-38. Uit vers 22 kan in combinatie met het voorschrift van Leviticus 12:1-8 worden afgeleid, dat Jezus 40 dagen na zijn geboorte - dus in oktober of november van het jaar 4 v.Chr. - werd gewijd.
6. Lucas 2:39-40. Vers 39 wijst erop, dat Jozef en Maria vrij snel na de wijding van Jezus naar Nazareth teruggekeerd zijn. Jezus heeft vervolgens in Nazareth gewoond totdat hij in de laatste maanden van het jaar 29 is gaan zwerven.
7. Lucas 2:41-51. Volgens vers 41 en vers 42 hebben de gebeurtenissen in deze episode plaatsgevonden tijdens en na het Pesachfeest toen Jezus 12 jaar oud was. Aangezien Jezus in september van het jaar 4 v.Chr. geboren is, moeten de gebeurtenissen dus worden gedateerd in het voorjaar van het jaar 10. Het Pesachfeest viel in dat jaar in april. De brontekst vermeldt niet, wanneer Jezus met zijn ouders naar Nazareth teruggekeerd is. Het is echter waarschijnlijk dat Jozef en Maria hem de gelegenheid gegeven hebben eerst het onderwijs in Jeruzalem af te ronden. Vermoedelijk heeft dit geduurd tot na het Wekenfeest. De terugkeer naar Nazareth is dan te dateren in juni.
8. Lucas 3:1-2. Zie voor de datering De datum waarop Jezus is gedoopt, noot 2.
9. Mattheüs 3:1-12, Marcus 1:1-8, Lucas 3:3-18, Johannes 1:15-34. Zie voor de datering De datum waarop Jezus is gedoopt.
10. Marcus 1:9. Uit dit vers kan worden afgeleid, dat Jezus Nazareth al verlaten had, voordat hij zich door Johannes liet dopen. Dit wijst erop dat hij voorafgaande aan zijn doop enige tijd rondgezworven heeft. Dat wordt bevestigd door het feit dat er kennelijk een verwijdering was opgetreden tussen Jezus en de inwoners van Nazareth (vgl. Mattheüs 13:34-58, Marcus 6:1-6, Lucas 4:16-30) en Jezus na zijn terugkeer uit Judea niet in Nazareth, maar in Kapernaüm ging wonen (Mattheüs 4:13). Het is niet aannemelijk dat de zwerfperiode langer dan enkele maanden geduurd heeft. Zij is dan ook waarschijnlijk te dateren in de laatste maanden van het jaar 29 en het begin van het jaar 30 (Jezus is in januari van het jaar 30 gedoopt, zie De datum waarop Jezus is gedoopt).
11. Mattheüs 3:13-17, Marcus 1:9-11, Lucas 3:21-22, Johannes 1:32-34. Zie voor de datering De datum waarop Jezus is gedoopt.
12. Mattheüs 4:1-11, Marcus 1:12-13, Lucas 4:1-13. Volgens Mattheüs 4:2, Marcus 1:13 en Lucas 4:2 heeft de retraite ongeveer 40 dagen geduurd.
13. Johannes 1:29-52. Uit deze tekst kan worden afgeleid dat Jezus binnen enkele dagen nadat hij na zijn retraite bij Johannes teruggekeerd was, zijn eerste volgelingen geworven heeft. Vervolgens heeft Jezus met deze eerste volgelingen deelgenomen aan een bruiloft in Kana (Johannes 2:1-11), waarna hij na een kort verblijf in Kapernaüm (Johannes 2:12) voor het Pesachfeest vertrokken is naar Jeruzalem (Johannes 2:13).
14. Johannes 3:22-36. De activiteit van Jezus als medewerker van Johannes zal waarschijnlijk kort na het Pesachfeest begonnen zijn. Zij heeft geduurd totdat Jezus wegens de gevangenneming van Johannes de wijk nam naar Galilea.
15. Mattheüs 14:3-5, Marcus 6:17-20, Lucas 3:19-20. Zie voor de datering De datum waarop Jezus is gedoopt, noot 2.
16. Mattheüs 4:12, Marcus 1:14, Lucas 4:14, Johannes 4:1-44. Het tijdstip van de reis naar Galilea kan worden afgeleid uit Johannes 4:35: het was toen vier maanden voor de eerste oogst.
17. Mattheüs 4:13-18:35, Marcus 1:15-9:50, Lucas 4:14-9:50, Johannes 4:45-10:21. Het is aannemelijk dat Jezus' optreden in Galilea vrij kort na zijn komst in Galilea begonnen is. Het eindigde toen hij voor het Loofhuttenfeest van het jaar 32 naar Jeruzalem ging: na afloop daarvan keerde hij niet naar Galilea terug.
18. Johannes 2:23-3:21. Het is niet aannemelijk dat de gebeurtenissen die hier beschreven zijn, hebben plaatsgevonden in het jaar 30, aangezien Jezus toen nog niet bij veel mensen bekend was. De bekendheid die in Johannes 2:23 en 3:2 wordt verondersteld, kan Jezus pas later gekregen hebben, tijdens zijn optreden als medewerker van Johannes en zijn zelfstandige optreden in Galilea. Anderzijds kunnen de gebeurtenissen ook niet hebben plaatsgevonden in het jaar 32, aangezien Johannes het Pesachfeest in dat jaar uitdrukkelijk vermeldt in 6:4. De gebeurtenissen moeten daarom worden gedateerd in het jaar 31. Het Pesachfeest viel in dat jaar in de laatste week van maart en de eerste week van april.
19. Mattheüs 14:1-12, Marcus 6:14-29, Lucas 9:7-9. De dood van Johannes kan worden gedateerd aan de hand van het gegeven, dat Jezus kort daarna op wonderlijke wijze een menigte van vijfduizend man te eten gegeven heeft (Mattheüs 14:13-21, Marcus 6:30-44, Lucas 9:10-17, Johannes 6:1-14). Uit Marcus 6:39 en Johannes 6:4 kan worden afgeleid, dat die gebeurtenis zich in het voorjaar heeft afgespeeld, kort voor het Pesachfeest. Op grond van de chronologie van Marcus en Lucas moet dit het Pesachfeest van het jaar 32 geweest zijn. Ten tijde van de veel eerder beschreven gebeurtenissen in Marcus 2:23-28 en Lucas 6:1-5 was het Pesachfeest van het jaar daarvóór namelijk al voorbij. Aangezien het Pesachfeest van het jaar 32 medio april begon, is de episode van de ‘vijfduizend’ waarschijnlijk te dateren in het begin van die maand en de dood van Johannes kort daarvoor, in februari of maart.
20. Johannes 7:2-10:21. Het Loofhuttenfeest viel in het jaar 32 in oktober.
21. Mattheüs 19:1-20:16, Marcus 10:1-31, Lucas 9:51-13:30, Johannes 10:22-11:54. Het optreden van Jezus in de Dekapolis en Perea begon na afloop van het Loofhuttenfeest in het jaar 32. Jezus keerde na afloop daarvan namelijk niet naar Galilea terug, maar bleef in het gebied ten oosten van de Jordaan. Afgezien van zijn bezoek aan Jeruzalem ter gelegenheid van het Chanoekafeest en enkele korte bezoeken aan Judea, bleef hij in dat gebied totdat hij - waarschijnlijk begin maart - zijn definitieve reis naar Jeruzalem zou maken (Mattheüs 20:17, Marcus 10:32, Lucas 18:31).
22. Johannes 10:22-39. Het Chanoekafeest begon in het jaar 32 op 17 december. Na afloop van het feest keerde Jezus terug naar het gebied ten oosten van de Jordaan (Johannes 10:40).
23. Mattheüs 20:17-26:46, Marcus 10:32-14:42, Lucas 18:31-22:46, Johannes 11:55-17:26. Het optreden van Jezus in Judea begon met zijn definitieve reis naar Jeruzalem en eindigde met zijn gevangenneming, veroordeling en kruisiging. Aangezien uit de bronnen blijkt dat Jezus zijn definitieve reis naar Jeruzalem betrekkelijk kort voor het Pesachfeest heeft gemaakt, heeft de reis waarschijnlijk begin maart plaatsgevonden. Dit betekent dat Jezus' optreden in Judea niet langer dan 4 weken geduurd kan hebben.
24. Mattheüs 26:47-27:66, Marcus 14:43-15:47, Lucas 22:47-23:56, Johannes 18:1-19:42. Zie voor de datering De datum waarop Jezus gekruisigd is.
25. Mattheüs 28:1-20, Marcus 16:1-8, Lucas 24:1-49, Johannes 20:1-21:23. De verrijzenis vond plaats op de zondag, volgend op de vrijdag waarop Jezus gekruisigd was.
26. Lucas 24:50-51, Handelingen 1:4-11. Handelingen 1:3 vermeldt dat Jezus vanaf zijn verrijzenis 40 dagen aan zijn volgelingen verschenen is. Op de veertigste dag werd hij in de hemel opgenomen. Daaruit volgt dat de hemelvaart plaatsvond op 14 mei.


Deze site is in ontwikkeling en zal geleidelijk worden verbeterd en aangevuld.
Ik raad u daarom aan mij geregeld te bezoeken om kennis te nemen van eventuele updates.
© Jacobus C. Plooy, DJC
Datum laatste update van deze pagina: 11 mei 2021