|
Jezus de nazoreeër
Een nieuwe evangelische visie op Jezus Christus
door J.C. Plooy
Vrijwel iedereen heeft denk ik wel eens van Jezus gehoord, de man uit Nazareth die ook wel wordt aangeduid met de titel Christus (Messias). De meeste mensen zullen ook wel weten, dat deze Jezus ongeveer 2000 jaar geleden enkele jaren als prediker is rondgetrokken door het toenmalige Palestina en dat uit zijn volgelingen het christendom is voortgekomen. Moslims en ook een toenemend aantal joden zien in Jezus een profeet van God. De christelijke kerken claimen echter, dat Jezus meer was dan een profeet. Zij noemen hem de ‘Zoon van God’ en stellen hem zelfs met God gelijk. In hoeverre is die claim gerechtvaardigd? Wie was Jezus van Nazareth?
Jezus heeft zelf nooit geclaimd iets anders te zijn dan een profeet die geroepen was om het oordeel over de zondige wereld aan te kondigen en om de mensheid door zijn leer en leven de mogelijkheid te geven aan dat oordeel te ontkomen en deel te krijgen aan het koninkrijk van vrede en gerechtigheid, dat spoedig door God zelf op aarde gevestigd zou worden. Later is in de kerken de gedachte opgekomen, dat in de mens Jezus God zelf op aarde gekomen was om de mensheid te verlossen van het kwaad. Het lijdt echter geen twijfel, dat Jezus als gelovige jood de vereenzelviging met God met kracht van de hand gewezen zou hebben.
Dat Jezus zelf nooit geclaimd heeft God te zijn, zal veel lezers waarschijnlijk verbazen. Jezus heeft toch steeds bevestigd de Zoon van God te zijn? Jazeker, maar dat betekende iets anders dan dat hij God was. De gedachte dat de Zoon van God een incarnatie van God was, is pas later in de orthodox christelijke theologie opgekomen. In Jezus' tijd was ‘de Zoon van God’ niet een aanduiding van een goddelijke persoon, maar een titel van de Messias. Dat Jezus zichzelf beschouwde als de Zoon van God, betekent dan ook niets anders dan dat hij zich beschouwde als de Messias, de grote profeet die door God gezonden zou worden om het Koninkrijk van God te vestigen.
Uit de Bijbel blijkt, dat Jezus steeds onderscheid gemaakt heeft tussen zichzelf en God. Een goed voorbeeld hiervan is Marcus 10:18, waar hij de uitdrukking ‘goede meester’ van de hand wijst, omdat alleen God goed is. Dit was destijds niets bijzonders. Het goede komt immers niet van mensen, maar van God. Maar orthodoxe christenen zouden hier toch vreemd van moeten opkijken. Als Jezus God is, waarom mocht de jongeling die hem bezocht hem dan niet ‘goed’ noemen en maakte Jezus onderscheid tussen zichzelf en God? Nog duidelijker is de uitroep van Jezus aan het kruis: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?’ (Mattheüs 27:46). Hier, aan het eind van zijn leven, stervend aan een kruis, roept Jezus zijn Vader aan als ‘mijn God’. Dat zou ondenkbaar geweest zijn, als hij zelf God was.
Dit soort teksten moet ons ervan doordringen, dat Jezus zichzelf niet beschouwde als God, maar als de Messias. Ook historisch onderzoek heeft uitgewezen, dat de christenen pas ongeveer 30 jaar na zijn leven op aarde begonnen zijn hem te vereenzelvigen met God. Als Jezus zichzelf had beschouwd als een incarnatie van God, zouden zijn eerste volgelingen dat eveneens hebben gedaan. Dat is echter kennelijk niet het geval geweest. Kortom, alles wat we over Jezus weten wijst erop, dat hij zichzelf wel beschouwde als de Messias (‘de Zoon van God’), maar niet als God.
Dit zou naar mijn mening grote gevolgen moeten hebben voor het christelijk geloof. Als Jezus niet de mythologische figuur was die de kerken van hem hebben gemaakt, dan zullen christenen zich moeten afvragen, of zij niet op een verkeerd spoor zitten en hun geloof met betrekking tot Jezus niet grondig zouden moeten herzien.
Om deze reden heb ik het plan opgevat om een aanzet te geven tot een nieuwe evangelische visie op Jezus en deze op het internet te publiceren. Ik noem deze visie evangelisch, omdat zij gebaseerd is op de overtuiging dat de Bijbel niet alleen een betrouwbare bron van informatie is, maar ook de ultieme norm voor alles wat zich aandient als openbaring van God. Die overtuiging is de basis van alles wat werkelijk ‘evangelisch’ mag heten. Zij mag echter niet verhinderen, dat de Bijbel zorgvuldig gelezen en kritisch onderzocht wordt.
Wie de Bijbel zorgvuldig leest en kritisch bestudeert, ontkomt mijns inziens niet aan de conclusie, dat de kerkelijke leer over Jezus niet altijd in overeenstemming is met datgene, wat Jezus werkelijk geweest is en wat hij werkelijk heeft geleerd. Het is mijn hoop dat een nieuwe evangelische visie op Jezus, gebaseerd op de historische werkelijkheid, er een bijdrage aan kan leveren dat gelovigen weer deel krijgen aan de bron van waarheid en leven, waaruit zij het evangelie ontvangen hebben.
In de linkerkolom vindt u koppelingen naar de onderwerpen die ik wil bespreken. Ik concentreer mij daarbij vooralsnog op het leven van Jezus. Oorspronkelijk was ik van plan ook systematische beschouwingen te wijden aan de leer van Jezus, het geloof in Jezus als Heer en het discipelschap van Jezus' volgelingen. Dat lijkt mij nu echter te hoog gegrepen. Ik zal mijn handen waarschijnlijk vol hebben aan de historische reconstructie van het leven van Jezus en de leer die hij tijdens zijn leven verkondigd heeft.
Korte beschrijving
- Het onderdeel ‘Uitgangspunten’ bevat een verantwoording van de methode, die naar mijn mening bij het onderzoek naar de historische werkelijkheid met betrekking tot Jezus moet worden toegepast. Daarbij komt onder meer ter sprake, in hoeverre de Bijbel ons daarover historisch betrouwbare informatie verschaft, en hoe we moeten omgaan met eventuele tegenstrijdigheden in de Bijbel.
- Het onderdeel ‘De Bijbel’ gaat in op de vraag, wat de Bijbel is, hoe wij de Bijbel moeten lezen en in hoeverre wij moeten geloven wat in de Bijbel staat. Ik herhaal hier nog eens nadrukkelijk, dat mijn standpunt evangelisch is. Ik behoor niet tot de agnostici die bij voorbaat wantrouwend staan tegenover alles wat vanuit een geloofsstandpunt geschreven is. Dat neemt echter niet weg, dat de Bijbel zorgvuldig gelezen en kritisch onderzocht moet worden. Ik probeer duidelijk te maken, hoe we dat kunnen doen zonder in agnostische scepsis te vervallen.
- Het onderdeel ‘De nazoreeën’ gaat over de joodse groepering waartoe Jezus behoorde en waaruit het christendom is ontstaan.
- In het onderdeel ‘Het leven van Jezus’ beschrijf ik stap voor stap het leven van Jezus, vanaf zijn geboorte tot aan zijn dood, wederopstanding en hemelvaart. Daarbij ga ik ook uitdrukkelijk in op de ontwikkeling van het zelfbeeld van Jezus en op de vraag, of Jezus zichzelf op dezelfde manier beschouwde als de Zoon van God als de hedendaagse christenen dat doen.
|